Dadels zijn wel een van mijn favoriete snacks. Té lekker met pindakaas, en ook heel goed te gebruiken in allerlei baksels. Vaak worden dadels gebruikt als alternatief van eieren in cake en broden. Zo ook in deze variant van een bananenbrood, maar dan met quinoa! Quinoa is van nature rijk aan eiwitten, is glutenvrij en heeft een licht nootachtige smaak. Het geeft dit dadelbrood een heerlijk rijke smaak. En de ongekookte quinoa geeft een knapperig effect. Met havermeel is het brood vrij luchtig, kies je voor boekweitmeel of speltmeel dan is het brood (wat eigenlijk een cake zou moeten heten) compacter.
Een perfecte snack, makkelijk om in plakjes in te vriezen of heerlijk voor tussendoor!
Dit heb je nodig voor 1 dadelbrood:
- 4 bananen
- 120 gram medjoul dadels
- 40 gram gekookte quinoa
- 15 gram ongekookte quinoa
- 100 gram havermeel, speltmeel of boekweitmeel
- 10 gram kokosmeel
- 5 gram (wijnsteen)bakpoeder
- 2 tl kaneel
- 10 gram lijnzaad (gemalen)
- 20 ml kokosolie
Zo maak je het:
Snijd de dadels in kleine stukjes en laat even wellen in warm water. Kook ondertussen de quinoa en laat de lijnzaad even wellen in een flinke scheut water. Havermeel is heel makkelijk zelf te maken, door havermout in de blender te doen. Meng dit samen met de bakpoeder, kokosmeel, kaneel en ongekookte quinoa in een kom. Blend de bananen en meng door het geheel. Laat de quinoa afkoelen en voeg ook toe, net als de dadels. Smelt de kokosolie, en voeg op het laatste toe samen met het lijnzaadprutje.
De oven kan voorverwarmd worden op ongeveer 175 graden. Doe je mengsel in een cakeblik, gebruik een bakpapier zodat je het na afloop makkelijk kan uitnemen. Zo’n 40 minuten in de oven en goed laten afkoelen.
Varieer door noten toe te voegen, erg lekker hierbij zijn walnoten of paranoten.