Voedselvertering begint in de mond, gaat vervolgens richting het spijsverteringskanaal de darmen in en eindigt als ontlasting in de endeldarm. Dit is een heel gecompliceerd proces, waar van alles mis kan gaan. Toch denken we vaak te simpel over het verteren van voedsel, je lichaam kan tenslotte toch alles gewoon verwerken? Toch hebben we veel klachten die te maken hebben met ons maag- en darmstelsel.
De vertering van je voeding
In de mond begint de spijsvertering. Door de tanden en kiezen wordt het eten fijngemalen en komt er speeksel vrij. Hierin zitten enzymen die het verteren van koolhydraten laten beginnen. Door de ritmische bewegingen van de slokdarm stuwt de slokdarm het voedsel naar de maag. Hier wordt het voedsel vermengd met maagsappen en begint de afbraak van eiwitten onder invloed van vele enzymen. De lever en galblaas spelen vervolgens weer een belangrijke rol bij de afbraak van vetten.
De alvleesklier scheidt sappen af die ervoor zorgen dat voedingsstoffen kunnen worden opgenomen. Ook zorgt dit sap ervoor dat je maagzuur weer geneutraliseerd wordt. Is de vertering van je voedsel trager dan gewenst? Dan blijft je voeding te lang in de maag zitten, waardoor je last kan krijgen van maagzuur.
De sappen van de alvleesklier en het gal zorgen met een chemisch proces ervoor dat de voedselbrij uit de maag op zo’n manier de darmen in gaat dat de haarvaatjes van de dunne darm de voedingsstoffen kunnen opnemen. Vervolgens gaat de voedselbrij richting de dikke darm, waar de verdere vertering van de koolhydraten plaats vindt. Het water en de mineralen worden in dit gedeelte van de vertering pas opgenomen en gaan de bloedsomloop in. Door het samentrekken van de dikke darm worden de resten van je voeding naar de endeldarm gedreven om vervolgens omgezet te worden tot ontlasting.
Een proces met vele stappen, wat gemiddeld tussen de 24 en 48 uur duurt. Tijdens al deze stappen moeten je cellen, organen en de voeding die je eet goed samenwerken. Maar wat nou als dit niet goed gaat?
Spijsverteringsklachten
Maag- en darmproblemen komen bij iedereen voor. Een veel voorkomende oorzaak is het niet goed functioneren van de alvleesklier. De alvleesklier heeft een belangrijke taak bij het verwerken van zowel eiwitten, vetten als koolhydraten. De werking van de alvleesklier kan langzaam achteruit gaan, wat je niet of nauwelijks merkt. Na verloop van tijd nemen chronische ontstekingen toe en kan het zijn dat je met klachten rond blijft lopen, zonder dat de connectie gemaakt wordt met de alvleesklier. De symptomen die gerelateerd kunnen zijn aan verteringsproblemen zijn:
- Opgeblazen gevoel in de buik (vaak vrijwel direct na een maaltijd)
- Een erg vol gevoel na het eten
- Winderigheid en stinkende ontlasting
- ‘Vage’ buikklachten, zoals buikpijn en een opgezette buik
- Vermoeidheid, weinig energie, slaapproblemen
- Hoofdpijn, reumatische klachten, migraine
Heb je last van winderigheid, dan kan het goed zijn dat je moeite hebt met het verteren van koolhydraten. Een stinkende ontlasting? Dan zijn eiwitten de boosdoener. En een plakkerige ontlasting betekent vaak een slechte vetvertering. Het voedingspatroon speelt een grote rol bij het al dan niet goed functioneren van de alvleesklier.
Maagzuur
Vaak lijkt het bij maagzuurklachten dat je teveel maagzuur hebt. Je hebt immers het idee dat maagzuur naar boven komt en dit kan heel vervelend zijn. De klachten zijn echter in 90% van de gevallen een probleem van te weinig maagzuur. Wanneer er onvoldoende maagsap wordt aangemaakt en er onvoldoende enzymen door de alvleesklier worden geproduceerd (je alvleesklier werkt niet optimaal), dan ontstaat er stagnatie van voedsel. Je voedsel blijft dan langer dan gewenst in de maag met zuurbranden als gevolg. Soms is het zelfs zo dat in een reflex van je maag de inhoud met zuren in de slokdarm terug geduwd wordt. En dan, dan neem je een rennie.
Maagzuurremmers zijn een van de meest voorgeschreven medicijnen, maar verergeren op termijn eerder de klachten. Je hebt op latere leeftijd van nature al de helft minder maagzuur dan in je jeugd en te weinig maagzuurproductie zorgt ervoor dat de alvleesklier ook niet optimaal zijn werk kan doen. Te weinig maagzuurproductie geeft ook dezelfde klachten als teveel maagzuurproductie. Gevolg? Maagzuurremmers die de productie alleen maar nog meer doen afnemen!
Bij klachten in de spijsvertering zie je vaak een vertraagde maaglediging (het proces waarbij je voeding van de maag naar de darmen gaat). Dit heeft rotting en gisting in de maag als gevolg, wat zorgt voor een verstoring in de zuurgraad van de maag en uiteindelijk ook in de darmen. Een oplossing is dus niet maagzuurremmers, maar het herstellen van het functioneren van de alvleesklier. Maagzuur is zelfs noodzakelijk voor het doden van bacteriën, die anders meegaan naar de darmen!
En de vicieuze cirkel ontstaat: je alvleesklier werkt niet optimaal (door voeding)—> je voedselvertering gaat achteruit —> je hebt te weinig maagzuur —> waardoor je teveel bacteriën in de darmen krijgt —> met als gevolg verstoord immuunsysteem —> wat weer zorgt voor een minder goed werkende alvleesklier.
Gluten
Het glutenmysterie in granen, vooral tarwe, leidt bij heel wat mensen tot glutonintolerantie, een verminderen absorptie van voedingsstoffen in de darm. Granen verminderen de absorptie van mineralen, spoorelementen en vitamine B1. Gluten blokkeren ook de verteringsenzymen en maken proteïnen onverteerbaar. Het afweersysteem van mensen met een overgevoeligheid voor granen herkent gluten als een vreemde stof waardoor het immuunsysteem actief wordt en er een ontstekingsreactie ontstaat. Hierbij wordt het darmslijmvlies aangetast en uiteindelijk raakt dit beschadigd. Deze slijmvliezen zijn echter essentieel voor onze gezondheid en immuunsysteem, ze vormen een verdedigingsmechanisme tussen het lichaam en de buitenwereld.
Is iedereen dan overgevoelig voor gluten? Nee, zeker niet. Maar gluten kunnen wel zorgen voor een minder goede spijsvertering en zijn daarom niet optimaal om dagelijks in je eetpatroon te hebben.
Leaky gut
De spijsvertering heeft als doel het ‘verkleinen’ van de voedingsmiddelen om uiteindelijk als voedingsbouwstenen uit de dunne darm te kunnen worden opgenomen. Alleen als deze bouwstenen zodanig verkleind zijn dat ze kunnen worden gebruikt door de cellen worden ze toegelaten tot het bloed. Eenzijdige voeding, het gebruik van antibiotica, diverse toxinen, teveel zuurvormende voeding en stress kunnen dit verstoren. Het gevolg kan zijn dat het darmvlies beschadigd en een verhoogde toelaatbaarheid van de darmwand ontstaat. Dit heet een ‘lekkende darm’ of ‘leaky gut’.
Een leaky gut betekent dus een beschadiging van de darmwand waardoor ook grotere voedingsbouwstenen (die eigenlijk nog niet klaar zijn) door de darmwand kunnen. De openingen van de darmwand zijn alleen onder de microscoop te zien, maar het is groot genoeg om onverteerde voedingsbrokjes met het lichaamseigen weefsel in contact te laten komen buiten de darmen. Dit kan een voedselallergie tot gevolg hebben, omdat het immuunsysteem reageert door antistoffen aan te maken met een ontstekingsreactie als gevolg.
Zulke immuunreacties zijn soms lastig te herkennen, omdat de klachten zelfs tot 72 uur na het eten van voedsel kunnen optreden. De klachten zijn bijvoorbeeld hoofdpijn, reumatische klachten, migraine, huidproblemen, slaapproblemen of overgewicht. Op lange termijn kan het zelfs leiden tot auto-immuunziekten.
Last van spijsverteringsproblemen?
Een niet optimale spijsvertering gaat gepaard met een zwakke darmflora en een zwak immuunsysteem. Ook zitten er bijna altijd wel lekken in de darmwand. Essentieel is om de darmwand te herstellen. Dit kan onder andere door het aanpassen van voeding.
Zorg voor ontstekingsremmende voeding zoals omega 3, groenten, fruit, olijfolie, lijnzaad, groene thee en water. Vermijd zoveel mogelijk suiker, geraffineerde koolhydraten, alcohol en zuivel. Specifiek voor een leaky gut zijn L-Glutamine van belang, een aminozuur (eiwit) wat helpt bij het dichten van de gaten.
Daarnaast is het belangrijk om de darmwand rust te geven. Het omgaan met je eigen dagelijkse stress, maar ook minder stress voor je darmwand. Vasten is hiervoor een hele goede methode. Door minder vaak op een dag te eten en de pauzes tussen je maaltijden te vergroten, geef je de darmwand mee tijd om te herstellen. Lees hier meer over vasten!